Bij de aanval is het erg belangrijk dat je de bal voor je pakt, en dat je de juiste aanvalspas doet.
Er zijn twee verschillende aanvalspassen, voor iemand die rechts is, is het links-rechts-links en voor iemand die links is, is het rechts-links-rechts.
Je kunt het best de eerste stap rustig beginnen en bij de tweede stap je pas versnellen.
Normaal gesproken is de eerste stap wat kleiner, de tweede stap is goter en de derde pas is de rempas, je zet je voet dan schuin voor je andere voet.
Als je de aanvalspas doet neem je je armen altijd mee, je krijgt dan meer sprongkracht.
Je doet je armen altijd als eerst naar voor, dan naar achter en als laatst weer naar voor om de bal te kunnen slaan.
een andere naam voor aanvallen is smashen.